In mijn vorige bericht heb ik geschreven over wat ik zelf merk van mijn hoogbegaafdheid. Het stukje is eigenlijk meer een soort frustratiecolumn dan echt een logisch pleidooi, die teleurstelling proef ik bij je dus heb ik besloten mij met dit berichtje even te revancheren.
Hoogbegaafden en onderwijs
Toen ik in 1997 voor het eerst naar school ging was het beeld van hoogbegaafden dat van een autistische einzelgänger die in één specifiek domein erg goed is. Onderwijzers waren (en zijn nu nog steeds vaak) niet opgeleid om de diverse ontwikkelingsuitdagingen van kinderen te onderscheiden. En zo komt het dat een hele rits aan hoogbegaafden weg zijn gezet als ADHD’ers, of gewoon als ‘lastpakken’.
Binnen dat onderwijs valt er veel winst te behalen, niet zo zeer voor het onderwijs zelf maar vooral voor de HB-kinderen die nu, op welke manier dan ook, niet hun maximale potentieel uit zichzelf weten te halen. Duidelijke signalering én ondersteuning bij opvoeding moet hier normaal worden. Geef het kind daarnaast de ruimte om zelf ergens in te duiken aangevuld met extra intellectuele uitdagingen. Elk kind heeft behoefte aan gezien worden, bij HB’ers valt dat samen met onder andere extra uitgedaagd te worden.
Hoogbegaafden en vervolgonderwijs
Bij mij is het op de basisschool misgegaan. Ik ging onderpresteren en kwam niet meer boven het maaiveld uit. Met een gebrek aan tools ben ik naar het HBO gegaan waar ik meer moest leren, maar ik heb alleen nooit geleerd om te leren. Naast een gebrek aan intellectuele stimulans was het dus ook een probleem van vaardigheden. Vaardigheden die ik aangeleerd had kunnen krijgen in een vroeg stadium op de basisschool. Ook hierin moet meer bewustwording komen: HB’ers doen veel op de automatische piloot en als ze dat niet meer lukt is het vaak te laat om ‘nog even’ nieuwe vaardigheden bij te leren.
Wat ook niet helpt zijn docenten die zelf altijd keurig in de pas lopen. Mensen die geen idee hebben van hoogbegaafdheid (of welke stoornis dan ook). Uitdaging voor de student wordt vermeden en discussie worden niet gewaardeerd: je moet precies doen wat ze vragen. Vrijheid om te onderzoeken of te discussiëren is er niet. Binnen het vervolgonderwijs moet naast educatie voor personeel ook die discussie worden gestimuleerd. Eigenlijk moeten de docenten vooral leren dat het complexer maken en het bediscussiëren van een onderwerp net eng is maar heel erg nuttig.
Hoogbegaafden en het volwassen leven
Op het moment van schrijven is mijn vrouw 26 weken zwanger en over een kleine 3 maanden hoop ik mijn dochtertje in mijn armen te kunnen hebben. Iets waar ik enorm naar uitkijk. Het probleem is: op dit moment heb ik geen werk. Niet omdat ik niet kan of wil werken, maar omdat werkgevers moeite hebben om te snappen wat hoogbegaafdheid inhoudt en hoe er mee om te gaan. Het nut van een HB’er zien ze vaak niet of ze zien te laat in wat ze eraan kunnen hebben. Niet zelden krijg je opmerkingen: “Als je zo slim bent kan je je aanpassen.” Dat aanpassen is waarom HB’ers nooit zichzelf kunnen zijn. En bedenk dan ook wat je op persoonlijk vlak kunt raken bij een HB’er, het is niet zo simpel als aanpassen als je hele manier van denken totaal anders is.
De overheid helpt hierin ook niet optimaal mee. Voor lichtverstandelijk beperkten zijn er platformen, organisaties en werkplekken in overvloed maar als je met een IQ van meer dan 125 aankomt zetten kijken ze je meewarig aan, verbaal zijn HB’ers vaak erg sterk en kunnen ze goed vertellen waar en wanneer iets mis is gegaan. Een gesprekspartner markeert je dan gelijk als zelfstandig en verwijst je door naar Indeed om maar een baan te zoeken, terwijl juist in dat traject het misgaat vanwege onbegrip en het niet kunnen waarderen wat een HB’er kan betekenen voor de organisatie. Ikzelf verdwaal soms in mijn eigen woorden en door alle afwijzing ga ik mij proberen aan te passen naar mijn gesprekspartner. Resultaat? De zoveelste afwijzing en het zoveelste moment waar ik het gevoel wéér krijg dat ik er niet toe doe.
Tot slot
Over hoogbegaafdheid kan je boekenkasten vol schrijven. Goed beleid, zowel voor de overheid als in het bedrijfsleven, is nooit echt af er is immers altijd iets te verbeteren. De essentie van het minimale beleid kan wel in één woord worden samengevat: menselijkheid. De menselijke maat is op dit moment zoek, als je als mens te horen krijgt dat je je maar moet gaan aanpassen ‘als je zo slim bent’ voel je al niet meer de vrijheid en veiligheid om te zijn wie je bent. Het gevolg: je gaat maar doen wat anderen doen, niet beter presteren op de toppen van je kunnen maar liever ruim eronder want dan snap je tenminste nog de reden als mensen teleurgesteld in je zijn.
Het bedrijfsleven moet zich bewust gaan worden van de kracht en kansen die hoogbegaafden voor de organisatie kunnen zijn. Niet alleen door ruimte te maken voor mensen met een afwijkende carrière maar ook door ze intern wat meer ruimte te geven. De overheid moet gaat kijken naar het inclusiever krijgen van het eigen personeelsbestand, maar ook naar inclusie in het beleid. Grijp kansen, durf te investeren en waag die sprong. Laat hoogbegaafden floreren in hun eigen creatieve, eigenwijze gekte en zie welke vruchten je ervan kunt plukken. Wees alleen niet bang dat je zelf ineens “dom” lijkt, dat ben je niet. De hoogbegaafde is alleen uitzonderlijk slim, en daar heeft zij ook niet zelf voor gekozen.