Het is een even een onderwerp dat ik ga aansnijden: mijzelf. Waar deze hele website niets anders is dan schaamteloze zelfpromotie en een soort openbaar kladblok vol hersenspinsels is dit onderwerp wel een ‘een ding’.
Ik ben namelijk hoogbegaafd en dat zorgt voor moeilijkheden in het dagelijkse leven. Het begint, zoals bij alle mensen, in de kindertijd. Ik ging naar school en in groep 3 begon ik mij al zo te vervelen dat ik vervelend en druk werd. Er ging bij leerkrachten geen lampje branden. Het gevolg was enorm onderpresteren. Mijn citoscore was schrikbarend laag (vergeleken met wat het had kunnen zijn met de juiste ondersteuning) en ik kreeg het advies om naar het VMBO Kader te gaan.
Uiteindelijk ben ik naar een gemende VWO/HAVO-klas gegaan. Het lukt mij op de basisschool gewoon niet om vrienden te krijgen. Op de middelbare lukte dat wel. Ik wilde met het groepje mee naar de HAVO en dat deed ik dan ook. Zonder al echte moeite haalde ik mijn diploma en kwam ik in de wonderlijke HBO-wereld terecht. Een wereld waar ik alles vond behalve inspiratie.
In mijn studententijd heb ik meerdere studies ‘gedaan’: Nederlands, bedrijfskunde, bestuurskunde, rechten en aardrijkskunde. Nergens zat ik op mijn plek. Als hoogbegaafde werkt je brein gewoon anders. Een simpel antwoord geven kan ik niet. Een laptekst wel en dat is vaak niet goede antwoord.
Waar normale mensen een (rijtjes)huis zien met een voortuin, een achtertuin en een schuur zie ik een woonwijk. Vraag mij om een huis te bouwen en er komt een volledige wijk in concept naar je toe. Want een huis alleen is niets. Er komt dus een antwoord waarin scholen, supermarkten, het wegennet en het openbaar vervoer inzitten. En dan komt het huis.
Ook de docenten konden mij niet inspireren. Ik voelde me niet serieus genomen als ik met vragen kwam of als ik zelf een concept had om te bespreken. Griekse mythologie gebruiken als analogie voor een ambtelijke uitleg over hoe het zorgbeleid verbeterd kan worden? Ik werd door dik 80 medestudenten én zes leraren uitgelachen.
De kern van dit stukje is dan ook niet dat het allemaal een hosanna is om hoogbegaafd te zijn. Mensen begrijpen mij niet. Op sollicitatiegesprekken krijg je de bekende ‘ja, ja, het zal wel’ of ‘heb je er weer eentje’-blikken als je verteld dat je HB’er bent. Dat je CV gevormd is door je interesses in veel dingen maakt ze niet uit. Iedereen verwacht een keurig gestroomlijnd document waarin je perfect in de pas loopt van de samenleving.
Dat keurslijf waarin ik mij moet wurmen is benauwend. Je krijgt geen adem en voelt je eigenlijk non-stop neerslachtig vanwege de gedachte dat je niet mee kan doen. Je bent een afwijking, een rare vlegel. De grote verbazing is eigenlijk wel dat het niet erg is om lichtverstandelijk beperkt te zijn en dus een laag IQ te hebben. Er zijn dan talloze scholen en instanties voor je waar je jezelf kunt ontwikkelen en kunt gaan werken. Maar is je IQ hoger dan dat van menig WO-student en middenmanagement? Dan heb je pech.
Enkele weken geleden was ik bij de Gemeente Tilburg, leren over hoe zij de uitdagingen van hoogbegaafdheid oppakken. De grootste echo in mijn hoofd van die dag is een schrikbarende statistiek dat ze daar uit eigen onderzoek hebben gevonden: 30% van de werkelozen bij het UWV in Tilburg is hoogbegaafd. Blijkbaar is er in een wereld dat inclusief moet zijn geen ruimte voor mensen die uitdagend kunnen zijn, of gek, of te uitgesproken, of creatief, of gewoon heel erg intelligent. De wereld zoekt dezelfde grijze druppels, netjes in pas met de rest.
Ik wil niet bij die 30% werkeloze HB’ers zitten. Ik wil werken. Leuke dingen doen. Gewaardeerd worden om wie ik ben en wat ik kan, uitgedaagd worden in mijn denken. Ik wil mijzelf zijn. Het masker van minder-intelligent wil ik niet meer opzetten – minder intelligente mensen zijn er namelijk al genoeg.