Het begint met heel lang staren. Gewoon afwachten tot er iets uit je vingers op het toetsenbord valt. Op dit moment zou de echte gedachte eerder iets zijn als ‘hdisiqjfbxkakaoejt’ of ‘hcjsiwoalroyovjgjfirifheidkspwlskdn’. In essentie: ik wil koffie.
Om nog terug te komen op de hernieuwde poging om te schrijven: zie het maar als een soort openbaar aantekeningenboekje waar ik mijn gedachte een beetje probeer te ordenen. Lees het. Lees het niet. Maakt mij toch niet uit.
O ja, koffie. Moet ik nog halen. Even de vrouw straks een berichtje sturen. Andrei wil koffie.